Overslaan en naar inhoud gaan

René van de Kieft over het landenbeleid van Pensioenfonds PostNL

Gepubliceerd op:

Pensioenfonds PostNL heeft duurzaam beleggen hoog op de agenda staan. Met het landenbeleid loopt het pensioenfonds zelfs voor de troepen uit. Voorzitter René van de Kieft praat u bij over de landen waarin het pensioenfonds wel of niet belegt.

“We hebben er een goed verhaal bij”

De inval van Rusland in Oekraïne zorgde voor een schok. Rusland kreeg sancties opgelegd. Beleggen in Rusland kon niet meer. Pensioenfondsen waren totaal niet voorbereid op deze situatie. Zij moesten plotseling veel van hun beleggingen in Rusland verkopen. De beleggingen die er nog waren, verloren in één klap veel van hun waarde.
Toch zijn de gevolgen tot nu toe beperkt gebleven. De omvang van de Russische economie is niet heel groot. En heel veel beleggingen in Rusland waren er toch al niet. Dat wordt anders als China bijvoorbeeld Taiwan binnenvalt. Dan zijn de gevolgen niet te overzien.

Pensioenfonds PostNL was één van de weinige fondsen dat een landenbeleid zo goed als klaar had.  

René van de Kieft: “Wij hadden inderdaad nog maar heel weinig beleggingen in Rusland. We hebben een paar jaar geleden al onze beleggingen ‘door de wasstraat’ gehaald. De laatste categorie was die van de opkomende markten, zeg maar de landen buiten de Westerse wereld. Daar hoorde Rusland toen ook bij. Als je die categorie bespreekt, komt automatisch het onderwerp omstreden landen op de agenda. En dan heb je het al over landenbeleid. Daarnaast was er toen veel te doen over de mensenrechtensituatie in China, dus ook dat was een invalshoek.

Daar zijn we toen dieper ingedoken en hebben ons landenbeleid opnieuw opgesteld. Hoe je zoiets doet? Je bekijkt eerst wanneer we een land omstreden vinden. Wij kwamen tot de conclusie dat er drie gronden voor kunnen zijn: 1) het land gaat niet goed om met klimaat en milieu, 2) het land gaat niet goed om met arbeidsomstandigheden en 3) het gaat niet goed met democratie en mensenrechten. Wij kwamen tot de conclusie dat we alle drie de thema’s belangrijk vonden: dus environmental , social en governance.

Vervolgens moet je objectieve criteria opstellen om landen aan te toetsen. Die informatie moet openbaar zijn. We moeten niet de indruk wekken dat we ‘maar iets doen’. We hebben dus voor elk thema een maatstaf gekozen waaraan we willen voldoen. Een soort openbare bron van allerlei data waaraan wij kunnen toetsen of aan een land aan een bepaald criterium voldoet. Dus voor klimaat bijvoorbeeld een maatstaf die rekening houdt met milieuvervuiling en biodiversiteit. En dat hebben we voor governance en social ook gedaan.

En dan ga je kijken wanneer je een land uitsluit. Moet zo’n land helemaal onderaan de lijstjes staan, of sluit je zo’n land al eerder uit? We hebben over alles goed nagedacht. Dat geeft ons de zekerheid dat we het goed doen. En we hebben er een verhaal bij.”    

Waar vallen de meeste landen op af? De S, de G of de E?

René van de Kieft: “Daar zien we weinig verschil. Wij hanteren echt als stelregel: voldoet een land aan één van de drie maatstaven niet? Dan sluiten we ze in principe uit. We zijn dus best streng.”

Hoeveel landen we uitsluiten, weet ik niet precies uit mijn hoofd. Ik weet wél dat we diverse landen uitsluiten om milieuredenen. Brazilië sluiten we bijvoorbeeld uit vanwege de ontbossing die daar plaatsvindt. Een overheid laat zich ook minder gemakkelijk beïnvloeden dan een onderneming. Dus ga je bij een land eerder over tot uitsluiten.” 

Wat zijn uiteindelijk de gevolgen voor het rendement van jullie nieuwe landenbeleid?

René van de Kieft: “Voor het rendement valt het mee, maar de gevolgen zijn op zich best groot. We hebben bijvoorbeeld het aandeel van onze beleggingen in China met ruim de helft verminderd. Dat ging van 2% naar ongeveer 1%.
Maar met name als je het hebt over opkomende markten zijn de gevolgen groot. Daar viel echt 30 tot 50% van de landen af. Wat me daarbij verraste was dat het effect op het rendement heel beperkt was. Dat hadden we van tevoren niet ingeschat. We kwamen zelfs uit op een klein plusje. Hoe dat kan, onderzoeken we nog.

Wij zijn natuurlijk al langer bezig met verduurzaming. Voor Pensioenfonds PostNL is dat écht belangrijk en niet zomaar een kreet. Dit nieuwe landenbeleid is een aanscherping van ons bestaande duurzaamheidsbeleid. We hebben in eerste instantie alleen een inhoudelijke afweging gemaakt en   daarbij minder naar rendement gekeken. Laat ik eerlijk zijn: als we heel veel rendement hadden verloren, waren we natuurlijk opnieuw gaan nadenken. Maar dat was niet zo.

Ook op termijn kunnen we met duurzame beleggingen goede rendementen halen. Dat is onze overtuiging. Maar het landenbeleid is ook een experiment waarvan we nog veel gaan leren. Alles hangt af van de maatstaven die je gebruikt en de grenswaarden die je hanteert. Hoe strenger die zijn hoe meer je jezelf beperkt. Tot het punt dat het je wél iets aan rendement kost. 

Het fijne aan het landenbeleid is dat wij niet gauw meer worden overvallen door gebeurtenissen. Bijvoorbeeld de Russische inval in Oekraïne. Daar werkt ons beleid gewoon omdat we er van tevoren over hebben nagedacht. Veel fondsen moesten zich hals over kop uit Rusland terugtrekken, ook onder publieke druk. Een landenbeleid is dan een prettig houvast.
Ik ben nog best voorzichtig met het doen van voorspellingen over de impact op het rendement. Maar bij het maken van moeilijke afwegingen is ons landenbeleid van grote meerwaarde. Dat is nu al gebleken. En onze deelnemers weten nu dat wij beleggen met een duidelijk moreel besef. En dat is misschien nog wel het belangrijkste. Belangrijker dan puur alleen rendement.”

Meer weten?