Waarom een herstelplan?
Op basis van ons beleggingsbeleid moet onze beleidsdekkingsgraad volgens DNB minimaal 116,5% zijn. Dan hebben wij voldoende geld voor alle pensioenen. Maar ook genoeg reserves: extra geld om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. Onze beleidsdekkingsgraad is al enige tijd lager dan 116,5% (namelijk per 31 december 2019 110,6%). Dat is volgens DNB dus te laag. Daarom moesten wij met een herstelplan komen.
Verwachting: eind 2021 weer helemaal hersteld
Volgens ons aangepaste herstelplan stijgt onze beleidsdekkingsgraad de komende jaren stapsgewijs. Wij verwachten dat onze beleidsdekkingsgraad op 31 december 2021 117,6% is. Dat is volgens DNB hoog genoeg.
Als onze verwachtingen kloppen, zijn wij dus eind december 2021 weer helemaal hersteld. Dan heeft het pensioenfonds weer voldoende geld. Niet alleen om alle pensioenen te betalen, maar ook om toekomstige tegenvallers op te vangen.
Het herstelplan gaat uit van de situatie per 31 december 2019. De gevolgen van de coronacrisis hebben naar verwachting invloed op het herstelplan van volgend jaar, omdat het herstel naar de huidige omstandigheden waarschijnlijk langer duurt. Het verlagen van pensioen is ook dan zeer waarschijnlijk nog niet aan de orde.
Wat is een herstelplan?
Het herstelplan is geen groot rapport. Het is niet meer dan een cijferoverzicht op 1 pagina en een vragenlijst.
In het herstelplan geven wij aan hoe snel wij de beleidsdekkingsgraad weer hoog genoeg verwachten. Met andere woorden: wanneer denken wij weer helemaal hersteld te zijn.
Het volledige herstelplan kunt u desgewenst bij ons opvragen.
Aan deze samenvatting kunnen geen rechten worden ontleend.
Wanneer moeten we een herstelplan opstellen?
Volgens DNB moet onze beleidsdekkingsgraad minimaal 116,5% zijn. Als onze beleidsdekkingsgraad over een langere periode lager dan 116,5% is, moeten wij bij DNB een herstelplan inleveren.
Hoe verwachten wij dat we voldoende reserves krijgen?
Onze beleidsdekkingsgraad moet omhoog. Als de beleidsdekkingsgraad weer hoog genoeg is, hebben wij voldoende reserves. Wij hebben die reserves nodig om financiële tegenvallers op te vangen. Er zijn twee dingen die veel invloed hebben op onze beleidsdekkingsgraad: de rentestand en het rendement op onze beleggingen.
Rente
De rente heeft dus veel invloed op de beleidsdekkingsgraad van pensioenfondsen. Als de rente stijgt, gaan onze verplichtingen omlaag. En lagere verplichtingen betekenen een hogere beleidsdekkingsgraad. Niemand weet zeker of de rente de komende jaren gaat dalen of stijgen. DNB denkt daar natuurlijk wel goed over na.
Omdat we niet weten of de rente omhoog of omlaag zal gaan, gaan we in ons herstelplan niet uit van een renteverandering.
Rendement op onze beleggingen
Door de lage rente moeten we steeds meer geld in kas hebben om uw pensioen te financieren. Gelukkig komt er bij het pensioenfonds ook veel geld binnen. Allereerst de pensioenpremies die de werkgever en alle werknemers samen aan het pensioenfonds betalen.
Met een groot deel van die premies beleggen wij. Die beleggingen leveren geld op. Dat noemen we rendement.
En wanneer ontvangen deelnemers een toeslag?
We willen uw pensioen gelijk laten lopen met de ontwikkeling van de prijzen. Het bestuur van het pensioenfonds kijkt daarom elk jaar of we uw pensioen verhogen. Daar moet binnen ons fonds wel geld voor zijn. We noemen deze verhoging ook wel indexatie of toeslag.
Van welke zaken een eventuele toeslag afhankelijk is, leest u in het toeslagbeleid.
Haalbaarheidstoets
In 2019 is door het fonds conform voorschriften door De Nederlandse Bank (DNB) een haalbaarheidstoets verricht en ingediend bij DNB. In de haalbaarheidstoets wordt naar de lange termijn gekeken voor wat betreft koopkrachtbehoud en de te verwachten verschillen tussen verschillende generaties.
De uitkomsten van de haalbaarheidstoets worden in de ABTN weergegeven en in het jaarverslag 2019 vermeld; dit jaarverslag vindt u in de loop van 2020 op de website.